| Aantekeningen |
- Bouwen Corneliss. Snider, wonende aan de Blaak onder de jurisdictie van Heinenoord, transporteert bij akte van 5-6-1645 aan zijn 'cosijn' Cornelis Andriess. Snider, mede wonende aldaar, een 'huys, berch, stoockeet' etc. aan sheerendijk aan de Blaak met de zuidwaarts van dit huis gelegen aveling.[i] Op 14-3-1645 is het eerste gebod in de kerk te Heinenoord gepubliceerd en op 18 juni betaalt de koper de 40e penning hierover. De koper passeert op 5-6-1645 ten behoeve van Bouwen een custingbrief ter somme van 400 gld., welke op 17-4-1655 door Geerit Andriess. Snyder voor het gerecht aldaar wordt gecasseerd. De verkoop van deze woning zal verband houden met de overname van de schoonouderlijke boerderij aan de Blaak, want Bouwen Cornelis, residerende 'aenden blaeck' onder de jurisdictie van Heinenoord, verklaart op 6-4-1647 425 gld. schuldig te zijn aan zijn huisvrouwen moeder Leentgen Willems, weduwe van Cornelis Corneliss. Niesen, die geassisteerd is met haar zoon Jacob Aertss. Leeuwenburch als haar gekoren voogd, en dat vanwege de beterschap van ca. 12 mr. weide- en teelland in het Oudeland van Mijnsheerenland van Moerkerken. Bouwen zal hebben vanwege de successie en besterfenis van zijn (schoon)vader Cornelis Niesen het 'huys, berch, stoickkeet, schuyer' etc., zoals door Niesen bewoond was geweest en gelegen binnen de Oude Zeedijk van Moerkerken over de bermsloot, ten westen van 'de Waell' en met noordelijk 'de Blaeksedijk, met de conditie dat diens weduwe Leentgen levenslang de kamer voor in het huis zal bewonen, welke door Bouwen op zijn kosten onderhouden zal moeten worden. Voorts worden er afspraken gemaakt aangaande het eigendom en gebruik van fruitbomen, een 'boogart acker', het weiden van koeien, de opbrengsten van op Leentgen's land staande koren en stro en zo verder. Bij Leentgen's overlijden zal dat alles komen aan Bouwen's huisvrouw of haar nakomelingen.
|
NGV Stambomenverzameling
1611 - 1651 (~ 40 jaar)