NGV Stambomenverzameling

Johannes Sigefridus Cuperus

Mannelijk ca. 1565 - na 1633  (~ 69 jaar)


Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Alles

  • Naam Johannes Sigefridus Cuperus 
    Geboren ca. 1565  DILLENBURG Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats 
    Geslacht Mannelijk 
    Overleden na 1633  PALTS Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats 
    Persoon-ID I1946  Sloots
    Laatst gewijzigd op 16 jul 2006 

    Gezin ab Ewick (?) 
    Kinderen 
     1. Bernardus Fabricius (cuperus),   ged. 31 okt 1603, JARNSUM Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats,   ovl. 21 mrt 1670, Gasselte Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  (Leeftijd ~ 66 jaar)
    Laatst gewijzigd op 21 sep 2013 
    Gezins-ID F754  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Aantekeningen 
    • Predikant te Jarsum (O-FR) 1598-1607; Grijpskerk 1607-1611; Gasselte
      1611-1630; Zuidlaren 1630-1631. In Grijpskerk werd hij veroordeeld
      wegens laster. In 1618 was hij voor Drenthe afgevaardigde bij de
      Nationale Synode van Dordrecht als
      revisor van het Nieuwe Testament. Zijn collega Onias Bo?thius uit
      Coevorden werd aangesteld als revisor van het Oude Testament. Beiden
      werden echter al na een dag vervangen wegens hun gebrekkige kennis van
      de Nederlandse Taal. In 1622 en
      1624-26 was Cuperus visitator namens de classis Rolde. In 1627 verzorgde
      Cuperus de sluitingspreek van de synode, met de preek over Romeinen 10:
      1,2.
      Hij verscheen in 1622 op een synode-vergadering met een gewonde
      rechterhand, omdat Henricus ab Holle op zondag 26 juni 1622 hem met een
      sabel had verwond in Cuperus eigen huis. Ab Holle was daarbij dronken
      geweest en had op alles en
      iedereen gescholden. De vergadering besliste, dat Ab Holle voorlopig
      werd geschorst, terwijl Cuperus binnen een termijn van 10 dagen verslag
      zou moeten uitbrengen. Op 10 augustus 1622 werd er door de Drost,
      gedeputeerden en enkele
      gecommiteerde predikanten over vergadert. Cuperus had geen verslag
      uitgebracht ondanks herhaald aandringen, omdat hij maar liever de zaak
      liet rusten. Ab Holle zou namelijk iets over vroegere wandaden van
      Cuperus weten. Ab Holle werd
      verzocht de synode te melden wat hij wist over Cuperus verleden.
      Aanvankelijk weigerde hij, maar later werd hij gedwongen om op de vragen
      van de synode in te gaan. Uit de antwoorden blijkt, dat Ab Holle
      verhalen vertelde over een eventuele
      brief die Cuperus aan een lichtzinnige vrouw zou hebben geschreven.
      Uiteraard ontkende Cuperus dit. Bovendien gaf hij verslag van het
      gebeurde in de pastorie. De volgende dag moest Ab Holle eveneens verslag
      doen. Beide predikanten mochten
      aanblijven, maar kregen een boete. Tevens moesten beide predikanten in
      hun gemeente om vergeving bidden. In 1631, inmiddels predikant te
      Zuidlaren, gingen er allerlei geruchten over zijn verleden. Wederom
      moest hij zich verantwoorden,
      waarbij hij erkende, dat hij in het verleden eens wegens overspel ter
      dood was veroordeeld. Indertijd was dat vonnis niet ten uitvoer
      gebracht, maar hij was toen gegeseld. Hierop werd hij doot de synode op
      8 december 1631 afgezet, waarna
      hij omstreeks 1633 is vertrokken naar de Pfaltz. Aldaar zal hij zijn
      overleden.