| Aantekeningen |
- Op 6 november 1662 verkoopt "Pieter Willems Blaeck getrout hebbende Janneke Cornelis" ten overstaan van schout Stephanus Hoppel en heemraden van Heinenoord, aan Dirck Claesz Prooijen, "oom ende geechte bloet voogt van de kinderen ende erfgenamen van za: Cornelis Cornelisz sijne overleden broeder" twee honderdenzeven roede lant en de gevolgen "belent ten Oosten de Zantwech, ten Zuiden Isbrant Sneep, ten Westen Meeus Hoffmsan en ten Noorden streckende de Zomerdijck". Voorts: "bekende dat de drije behoorlijce geboden drije sonnedage aende borden op den dorpe van Heijnenoort geproclameert sijn ende datte niemandt jegens en geopeseert en heeft dit alles sonder fraude in kennisse van dese".
Op 11 november 1662 transporteert hij aan Dirck Claess. Prooijen, als oom en gerechte bloedvoogd van de kinderen en erfgenamen van zaliger Cornelis Corneliss., zijn overleden broeder en ten behoeve van diens kinderen, 1 mr. 53 r. 6 voeten teelland in het Nieuwe Zomerland voor Heinenoord.
Vanwege aangetelde penningen belast Pieter bij akte van 26-3-1665 zijn 'huys, berch, schuyr' met de beplanting etc. aan de Blaak onder de jurisdictie van Heinenoord, oostelijk belend aan 'de Waell' en noordelijk door 'den Ouden Zeedijck' van Mijnsheerenland van Moerkerken, met een schuldbrief van 300 gld. ten behoeve van Claes van Claeveren te Dordrecht. Dit goed is dan reeds belast met 100 gld. ten behoeve van Pieter's 'swaeger' Jacob Aertss. van Leeuwenburch.
Omstreeks 1665 zijn Pieter Willemsen aen de Blaeck en zijn vrouw Janneken Cornelis, genoemd als lidmaten te Heinenoord en tezelfder tijd betaalt hij als inwoner van die jurisdictie huisverponding.
Op 23-12-1670 belast Pieter het hierboven genoemde goed wederom vanwege aangetelde penningen met een schuldbrief van 200 Car. gld. ten behoeve van Thonis Aerienss. Cruythoff.
Voor schout en gerechten te Heinenoord verkoopt Pieter in 1673 in het openbaar landbouwprodukten staande op 8 morgen in het Nieuwe Zomerland aldaar.
Blijkens het Familiekohier over de jurisdictie van Heinenoord over 1674 heeft Pieter Willemse Blaeck met zijn vrouw en een dienstmaagd een 'cleyne bouwerye'.
Pieter Willems Blaeck nog onwillig om omslag voor 2 wagens met paarden voor de veldtocht 1674 te betalen ƒ 1.48 voor 4 gemet 40 roe lant (GA 1674 Mijnsheerenland)
De veldtocht van 1674 is de eerste van een lange reeks die Willem III in de Zuidelijke Nederlanden leiden zou, in samenwerking met de Spanjaarden, zoals Frederik Hendrik er tégen de Spanjaarden geleid had; - en zozeer als de laatste op belegeringen uit was en treffen in het open veld vermeed, zozeer zocht Willem III de vijand, zelfs tegen bondgenootschappelijke tegenwerking in. 11 Augustus 1674 kwam het zo tot de slag bij Séneffe (België). 't Werd een moorddadige dag, de jonge veldheer won lauweren, maar geen zege werd behaald. Willem III wilde de inval toch nog wagen; een belegering (van Oudenaarde) was àl waar hij De Souches toe krijgen kon, maar maarschalk Condé van het Franse leger brak die spoedig op. Razende tegen de Keizerlijke aanvoerder trok de Prins huiswaarts, maar wist vóór de troepen in de winterkwartieren moesten, Grave nog te nemen.
Jacob Aertsz: Leeuwenburg (zoon van Aert Cornelisz Leeuwenburg en Leentje Willems Penninck, latere echtgenote van Cornelis Cornelisz Waalboer (Ridderkerk 1588- Heinenoord 1653) als borghe voor alsulcke somme van penningen als Pieter Willemsz: Blaeck sijne swager is verschuldigt aan de Vrouwe van Gootscalexoort (Alijd de Rovere ( -1679 Dordrecht) vrouwe van Godschalksoord, echtgenote van Mathijs Berk,ridder, ambassadeur van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden bij de Republiek Venetië) van verloopen huirpenningen van 1 mergen 500 roeden lants gelegen in Mijnsheerenlant van Moerkercken en heeft sijn persoon en goederen hiervoor verbonden. Gedaan 2 april 1675 ten overstaan van schout Stephanus Hoppel en Goris Piertsersz: Bijl als van Aerien Sijmensz: Droogendijck als heemraden alhier. (RA Heinenoord 13-1675).
Op 14 april1675 laat Pieter Willemsz. Blaeck te Heinenoord het eerste gebod afkondigen van zijn aan zijn stiefzoon Cornelis Bouwensen voor 440 gld. te verkopen 'huys, berch, schuyr en stoickeet' aan de Blaak en dat zoals hij en zijn stiefzoons moeder dit tot dan toe bewoond hebben. Op 16 mei vond de overdracht plaats.
|
NGV Stambomenverzameling
1636 - 1685 (49 jaar)